Rekenen uitgelegd
 
(Advertentie)

Negatieve getallen zijn getallen die op een getallenlijn links van de 0 staan. Het zijn getallen die een lagere waarde hebben dan 0.

 

Negatieve getallen kom je niet vaak tegen, maar ze zijn er wel.

Je komt ze bijvoorbeeld tegen in de volgende sitauties:

- De temperatuur

- Verdiepingen in een gebouw (bijv. in de lift)

- Een bankrekening

- De waterstand onder NAP

 

Nu kan je met deze getallen ook rekenen, maar dit heeft zo zijn belemmeringen.

Negatieve getallen zorgen er vaak voor dat de rekenregels anders worden. 

Op deze pagina wordt er uitgelegd hoe je kan rekenen met negatieve getallen.

 

Optellen en aftrekken van negatieve getallen
Heksenketel- optellen en aftrekken van negatieve getallen
Heksenketel- optellen en aftrekken van negatieve getallen

Bij de heksenketel wordt het optellen en aftrekken van negatieve getallen nagebootst. 

 

In een heksenketel zitten blokjes:

- Warme blokjes (getallen boven 0, positieve getallen)

- Koude blokjes (getallen onder 0, negatieve getallen)

 

Voorbeeld 1:

 

5 + (-3) =

 

De temperatuur van het water is aan het begin van de som 5 graden. Daar komen 3 koude blokjes (-3) bij.

Door de komst van koude blokjes, daalt de temperatuur van het water. De uitkomst van de som is dus:

5 + (-3) = 2

 

Voorbeeld 2:

 

-4 - (-5) =

 

De temperatuur van het water is aan het begin van de som -4.

Er wordt iets uit het water gehaald, want het is een min som. Er wordt 5 koude blokjes uitgehaald.

Door het eruit halen van koude blokjes, wordt het water warmer. De som wordt dus:

 

-4 + 5 = 1

 

(Advertentie)
4 + (-7) =
Luchtballon - Optellen en aftrekken negatieve getallen
Luchtballon - Optellen en aftrekken negatieve getallen

Met een luchtballon kan je ook goed rekenen met negatieve getallen. 

Bij de luchtballon zijn er voorwerpen die voor positieve en negatieve getallen staan:

 

- De ballonnen (Dit zijn de positieve getallen. Hoe meer er zijn, hoe hoger de ballon gaat)

- De zandzakken (Dit zijn de negatieve getallen. Hoe meer er zijn, hoe zwaarder het mandje wordt, dus dan zakt de luchtballon)

 

Je begint met de luchtballon altijd op een bergtop. De top van de berg is 0. Ga je hoger dan de top dan wordt het getal positief, ga je langs de berg zakken (dus lager dan de top), dan krijg je een negatief getal.

 

Voorbeeld 1:

 

3 + -4

 

Je begint op een positief getal 3. De luchtballon hangt 3 meter boven de bergtop. Er komt iets bij, want er staat een plus in de som. Er komt -4 vier bij. Een negatief getal staat voor een zandzak. Een zandzak maakt de ballon zwaarder en laat deze dus zakken.

De som wordt: 3 - 4 = -1

(Advertentie)
-4 - (-3) =
Vermenigvuldigen en delen: Suiker in de koffie?

Zit er suiker in de koffie? Dan is het antwoord een positief getal. Zit dit er niet in? Dan is het antwoord een negatief getal!

 

Bij deze vier zinnetjes gaat het om de woorden: altijd, met, nooit en zonder.


Altijd en met staan voor positieve getallen (getallen boven de 0)

Nooit en zonder zijn negatieve getallen (getallen onder de 0)

 

Doe je een positief getal, keer een positief getal (altijd met ++ suiker), dan is het antwoord een positief getal.

Doe je een negatief getal, keer een positief getal (nooit met -+ suiker), dan is het antwoord een negatief getal.

 

Zo lees je dit ook af bij de andere twee zinnetjes.

Een handig trucje om te onthouden of het antwoord een positief of een negatief getal is.

 

Voorbeeld:

-2 x -2 = 4 (- x - = +)

-2 x 2 = -4 (- x + = -)

2 x -2 = -4 (+ x - = -)

2 x 2 = 4  (+ x + = +)

-4 x -3 =
(Advertentie)
Vermenigvuldigen met negatieve getallen
7 x -2 =
- 14 : - 7 =