Rekenen uitgelegd
 
(Advertentie)

Kommagetallen worden ook wel decimale getallen genoemd. Het zijn getallen die achter de komma komen en dus kleiner dan nul zijn.

 

Kommagetallen zijn getallen die je vaak tegenkomt, maar het rekenen weer even lastig maken. Een aantal voorbeelden waar je kommagetallen tegenkomt:

 

- Geld (€5,25)

- Lengte (1,68 m)

- Percentages (5.22 %)

 

Een kommagetal kan ook geschreven worden als breuk. Dit kan je helpen tijdens het rekenen met breuken en kommagetallen.

Ook percentages kunnen overeenkomen met de waarden van kommagetallen en breuken.

Het uitspreken van kommagetallen kan best lastig zijn. Om het makkelijk te maken, kan je in het schema hierboven kijken.

 

Je kijkt waar het kommagetal eindigt. Is dit in de rij van de tienden, honderdsten of duizendsten.

 

In het eerste rijtje, staat de 3 in de kolom van tienden. Je zegt dus: drie tienden

In het tweede rijtje eindigt de 5 in de kolom van de honderdsten. Je spreekt hier van: vijf honderdsten

 

 

Deze rij kan eventueel nog verder doorlopen naar tienduizendsten, honderdduizendsten, etc. (kijk hiervoor bij de pagina getalpositioneren)

 

In welke situatie is er een correcte uitspraak?
0,333
(Advertentie)
0,33
Een kommagetal onder de 1 komt overeen met die van een breuk en een percentage.
(Advertentie)

Een breuk en een kommagetal hebben veel gemeen. Zo kunnen breuken dezelfde waarde hebben als een kommagetal, maar dan is de schrijfwijze anders.

Om erachter te komen welk kommagetal bij welke breuk hoort, deel je het getal 1 door de noemer van de breuk:

 

1/2 = (1:2) 0,5

1/3 = (1:3) 0,33

1/4 = (1:4) 0,25

etc.

 

Je rekent hierbij eerst naar de stambreuk (met de teller als waarde 1). Als je bijvoorbeeld niet 1/4 maar 2/4 wilt weten, vermenigvuldig je hem daarna met 2.

 

1/4 = (1:4) 0,25 x 2 = 0,5 = 2/4

 

Zo kan je een breuk omrekenen naar een kommagetal.

Wat is het kommagetal dat bij de breuk hoort?
1/8
(Advertentie)
In welke situatie is het kommagetal correct afgerond?
7,485